HET LEIDSE GESLACHT CREKET (1591 - 1818)
Auteur: A.J. van der Zeeuw
Contact: zie mijn homepage
www.at16home.demon.nl/Index.htm
INLEIDING
De Leidse familie Creket is afkomstig uit de
Westhoek van Vlaanderen en is in Nederland terecht gekomen op het einde van de
zestiende eeuw, via Sandwich in Engeland. In Nederland voerde zij eerst de naam
Van den Croquette (of spellingsvarianten daarvan), die binnen enkele
generaties verbasterde tot Creket. Het geslacht was vermoedelijk in het
grensgebied tussen Frans- en Vlaamstalig Vlaanderen tamelijk wijd verbreid, en
waarschijnlijk waren er zowel Vlaams- als Franstalige takken. Nog altijd komt
de naam, in verschillende Nederlandse en Franse versies, in dit gebied voor
(1). Een of meer protestantse leden van het geslacht emigreerden naar Sandwich
toen hun geloofsbeleving moeilijker en uiteindelijk onmogelijk werd,
vermoedelijk in het vierde kwart van de zestiende eeuw. Er bestaat een lijst van
Vlaamse vluchtelingen die in 1585 in Sandwich belasting betaalden (2), en op
die lijst komen voor John en Peter de Crokett. Zij betaalden 12 d., wat
betekent dat zij niet welgesteld waren, maar ook niet tot de allerarmsten
behoorden. Ook in die tijd kwam vreemdelingenangst voor, en werden de vaak
succesvolle Vlamingen door de geboren Engelsen als een bedreiging voor hun
nering en industrie gezien (3). Gedwongen door beperkende maatregelen, trok in
een periode van enige tientallen jaren, vermoedelijk tussen 1590 en 1620, een
aantal Nederlandstalige 'Engelse' leden van het geslacht naar Leiden, waar zij
in de hun zeer vertrouwde lakenindustrie gingen werken. Niet alle Croketts
vertrokken overigens uit Engeland. In 1657 leefden nog leden van het geslacht in
Sandwich. Er bestaat een petitie tot afzetting van de plaatselijke predikant
van de Vlaamse kerk, waarop voorkomen: Pieter, Jakob, nog een Pieter en Jan
Croket. Van de drie laatstgenoemden is bekend dat zij waren geboren in
Sandwich. In 1622 stonden zij te boek als 'stranger' of 'alien' (4). In
Colchester wordt nog in 1706 een Jacob Crekett als ouderling van de 'Dutch
Church' vermeld (3).
I. DE EMIGRATIE NAAR
LEIDEN
Op 18 september 1591 werd Jan van den
Crokette, 'van Belle in Vlaenderen', (het huidige Bailleul, Frankrijk) als
poorter ingenomen in Leiden tegen betaling van 3 guldens en 4 stuivers
(5). Terwijl hij zich toen deze uitgave kennelijk kon veroorloven, blijkt hij
in 1597 armlastig te zijn en opgenomen in de brooduitdeling. Hij wordt nog
eenmaal vermeld in de Leidse papieren, nl. als zwager en ondertrouwgetuige
(2-10-1603) bij het tweede huwelijk van Pieter Jorysz (6). Diens drie
huwelijken zijn alle in de ondertrouwregisters beschreven (6-8) en de namen
van de bruiden laten de conclusie toe dat Jan van den Crokette gehuwd was met
een zuster van Pieter Jorysz, en niet omgekeerd. Op 14 maart 1609 vinden we
dan de ondertrouw van Pieter van den Crockette, jongman 'van Santwits in Engelandt',
raswerker, met Marytgen Ghijsberts, jongedochter van Leiden (9). Een van zijn
getuigen was zijn oom Pieter Jorysz. Uit het voorgaande volgt dat Pieter van
den Crockette een zoon moet zijn geweest van Jan van den Crokette (de kans dat
twee mannelijke Van den Crokettes getrouwd waren met twee zusters van Pieter
Jorysz is niet zo groot), en dat deze laatste dus in Sandwich moet hebben
gewoond. Of hij identiek is met John de Crokett is op grond van deze gegevens
niet uit te maken, maar lijkt zeer waarschijnlijk. Bovendien kan worden geconcludeerd
dat Jan van den Crokette bij de ondertrouw van zijn zoon reeds was overleden,
anders zou hij zeker voor zijn zoon hebben getuigd. Of hij, behalve Pieter, nog
meerdere kinderen had is uit de Leidse archieven niet op te maken: de
doopregisters van de Ned. Ger. kerk zijn slechts vanaf 1621 bewaard gebleven.
Terzijde zij opgemerkt dat we ook nog een Proontgen van de Crockette aantreffen
als getuige bij het derde huwelijk van bovengenoemde Pieter Jorysz (8). Zij
werd in 1606 voor 20 stuivers in de verponding en voor 26 stuivers in het
schoorsteengeld aangeslagen (10), en voerde dus een zelfstandig huishouden.
Mogelijk was zij een ongetrouwde zuster of dochter van Jan, of zijn weduwe. (In
principe werden vrouwen weliswaar met hun meisjesnamen vermeld, maar men was
daarin niet altijd consequent.) Van Pieter is één zoon bekend: op 10 mei 1629
ondertrouwde Tyelman Pietersz (11), cantoorcleetwerker in de Camp, met Marytgen
Marcusdr, waarbij als getuige optrad David Fransz, zijn stiefvader. Tyelmans
moeder Marytgen Gijsbrechts, weduwe van Pieter van de Cocqette, was op 23
februari 1623 met David Fransz ondertrouwd (12).
Op 28 november 1624 ondertrouwden Jacob
Creket, baaiwerker van 'Santwits', en Hester de Toir, eveneens van 'Santwits'
(13). Hun ouders zijn onbekend, en bij hun ondertrouw zijn geen getuigen
vermeld. Mogelijk heette Jacobs vader Pieter: bij de doop van Jacobs eerste
kind Christina in 1625 trad een Pieter Creket op als getuige, die onmogelijk
dezelfde kan zijn als Tyelman Pietersz' vader, die immers vóór 23 februari 1623
was overleden. Het is vermoedelijk deze zelfde Jacob die, als neef van de
bruidegom, op 3 juni 1631 optrad als getuige bij de ondertrouw van Daniël van
de Crokette, wolkammer van Leiden (14). Vrijwel zeker is deze herkomstaanduiding
onjuist. Op 29 september 1636 trad Daniël op als getuige bij de ondertrouw van
zijn broer Abraham Krokette, greinwerker van 'Santwits' (15). Abraham op zijn
beurt was getuige bij de ondertrouw van zijn broer Charel van de Croquette,
raswerker van 'Santwiths', op 30 maart 1638 (16). Zeer waarschijnlijk was
Daniël de oudste van de drie broers, en dus eveneens in Sandwich geboren. Ook
de ouders van de broers zijn onbekend. Namen van doopgetuigen en vernoemingen
in de gezinnen geven geen aanknopingspunten in deze.
Als laatste van deze
(bijna-)leeftijdgenoten treffen we dan nog Jan Kreket aan, geboren in Sandwich.
Diens huwelijk met Sara Lambrechtsdr (Lammers, Lambert) is in Leiden niet
gevonden. Het feit dat hij in Sandwich geboren was en gehuwd was met Sara
Lambrechtsdr, blijkt uit een vonnis dat over hem werd geveld op 25 juni 1630
wegens smokkel en distributie van bier en misleiding van de justitie (17). De
eis was draconisch: geseling, brandmerking en levenslange verbanning uit
Holland en West-Friesland. Het vonnis was milder: met een ton om het lichaam
door de stad worden geleid, gevolgd door verbanning voor 6 jaren uit Leiden,
Rijnland, Den Haag en Haagambacht. Waarschijnlijk is dit vonnis toch niet
(geheel) ten uitvoer gelegd, getuige het feit dat Jan en Sara kans zagen in
Leiden 2 kinderen te krijgen in de periode dat Jan buiten de stad zou hebben
moeten verblijven. Jans voorgeslacht is ons niet bekend, evenmin als de lotgevallen
van zijn kinderen.
Het is duidelijk dat de komst van de familie
Creket naar Nederland zich uitstrekte over enige decennia. Jan van den
Crokette arriveerde rond 1591 in Leiden. Niet duidelijk is of zijn voltallige
gezin meekwam. Het is natuurlijk mogelijk dat een of meer grotere of zelfs
volwassen kinderen in Sandwich achterbleven. Jacob trouwde als jongeman in
1624, en was geboren in Sandwich. Dit betekent waarschijnlijk dat hij met zijn
ouder(s) als opgroeiende jongen naar Leiden is gekomen, zeg rondom 1610. Voor
de broers Daniël, Abraham en Charel kan op dezelfde gronden worden aangevoerd
dat zij (met hun ouders ?) mogelijk zelfs nog iets later zijn overgekomen, zeg
tussen 1615 en 1620 (de jongste, vrij zeker Charel, trouwde als jongeman in
1638). Jan is mogelijk zelfs nog in Sandwich getrouwd, en zou dan nog later dan
1620 geïmmigreerd kunnen zijn. Hoe lagen nu de familiebanden tussen degenen die
hierboven zijn genoemd ? Dat deze relaties bestonden is duidelijk. Zo traden
bijvoorbeeld Tyelman Pietersz en zijn moeder Marytgen Gijsbrechts op als
getuigen bij de doop van één van de kinderen van Abraham, terwijl Charel
getuige was bij de doop van één van de kinderen van Tyelman, en was Jacob
'Kerket' getuige bij de doop van Jans derde zoon Abraham in 1636. Zonder
nadere informatie over de samenstelling van de gezinnen van John en Peter de
Crokett in Sandwich wordt verder filosoferen echter te speculatief. Ook de
vernoemingen met name van oudste zonen en dochters in Leiden geven in dit
verband onvoldoende houvast.
II. DE VOLGENDE
GENERATIE
Tyelman Pietersz van de Krockette kreeg
bij zijn vrouw in totaal negen kinderen. Geen van hen treffen we in de ondertrouwregisters
aan, zodat zij mogelijk allen vroeg zijn overleden of ongetrouwd zijn gebleven.
Overigens zijn van hen ook geen overlijdensgegevens bekend. Na de dood van
zijn vrouw zou hij hertrouwen (OT 1-4-1672) met Elisabeth Gerrits van Dam,
weduwe van Mr. Anthony van der Linden (18). Zij had toen twee kinderen tot haar
last, hij geen. Het paar woonde in de Westhavenstraat. Tot een
huwelijkssluiting is het niet meer gekomen. Al op 7-4-1672 overleed 'de vrouw
van Tieleman Pieters, in de Westhavestraet', mogelijk in het kraambed. Zeer
waarschijnlijk is met het overlijden van Tyelman Pietersz het nageslacht van
Jan van den Crokette in Nederland uitgestorven.
(Zie overigens de opmerking onder de
paragraaf Tot slot).
Daniel van de Crokette heeft, voor zover
bekend, geen kinderen gekregen.
Abraham Krokette kreeg twee kinderen, een
meisje en een jongen. Zijn zoon Abraham Abrahamsz echter kreeg alleen een dochter.
Charel van de Croquette kreeg acht
kinderen, van wie o.a. twee zoons overleefden en trouwden. De oudste zoon Carel
Carelsz van de Krokette kreeg alleen een dochter. De jongste zoon, Jacob Carelsz,
kreeg zes kinderen (één zoon), van wie alleen de jongste dochter overleefde
(19).
Jan Kreket en zijn vrouw Sara Lambrechtsdr
kregen in Leiden drie zonen, waarvan echter het verdere lot onbekend is.
Jacob Creket en Hester de Toir zijn de
stamouders van de langst overlevende Nederlandse takken van het
geslacht. Zij kregen vijf kinderen onder wie één zoon. Deze, eveneens Jacob
geheten, had uit vier huwelijken 21 (!) kinderen. Naamdragende nakomelingen
van deze zeer produktieve Creket vinden we tot ver in de achttiende eeuw
terug.
Beroepen
Van de enige gevonden vertegenwoordiger
van de oudste generatie, Jan van den Crokette, is het beroep niet bekend. Het
ligt voor de hand aan te nemen dat hij in de Leidse textielindustrie werkzaam
was, zoals alle mannelijke familieleden die nog in Sandwich geboren waren. (In
het algemeen vindt men van de overlevende vrouwen in de periode vóór de
invoering van de Burgerlijke Stand geen beroepen vermeld.) Van de in Leiden
geborenen bereikten slechts weinig mannen de meerderjarigheid. Tyelman
Pietersz was 'cantoorcleetwerker'(11), Abraham Abrahamsz greinwerker (20),
van Carel Carelsz wordt geen beroep vermeld (21), en Jacob Carelsz was
schippersknecht (22). Jacob Jacobsz tenslotte (die van de 21 kinderen) was
bakker (23) en werd later in zijn leven ook voorlezer en voorzanger in de
Pieterskerk (24). In de volgende generaties gaat het, zoals reeds geschreven,
uitsluitend om nakomelingen van deze Jacob Jacobsz.
III. DE (mannelijke)
NAKOMELINGSCHAP VAN JACOB JACOBSZ CREKET
Zijn zoon Jacobus uit het eerste huwelijk
met Marya van de Velde (23) was kleermaker, en volgde tevens zijn vader op als
voorzanger. Diens zoon, kleinzoon en achterkleinzoon (allen Jacobus) waren
schoolmeester, soms daarnaast voorzanger, in respectievelijk 's-Hertogenbosch
en Voorhout, Voorhout, en Oud Loosdrecht. Het spoor van deze stamreeks
eindigt met het huwelijk van de laatste Jacob, Jacob VI, met Rijkje Dros in
1782, gesloten in Nigtevecht (25). Jacob VI was schoolmeester en voorzanger in
Oud Loosdrecht. Uit zijn huwelijk zijn noch in Oud Loosdrecht noch in Nigtevecht
kinderen gevonden. Wegens het nogal ambulante karakter van het schoolmeesterschap
kan echter niet uitgesloten worden dat het paar is verhuisd, en elders nog nakomelingschap
heeft gekregen.
Uit het tweede huwelijk met Elsgen Henricx
(Deckers) (26) bereikten tenminste 3 zonen de meerderjarigheid. Hendrik,
geboren in 1671, trouwde in Leiden in 1695 (27), hertrouwde in 1706 in
Rotterdam als weduwnaar (28), bleek zich in 1710 in Den Haag te bevinden en
overleed tenslotte in 1717 in Leiden. Van hem is geen beroep bekend. Hendriks
jongere broer Israel (geb. 1677) werd in 1708 poorter in Rotterdam (29), maar
verder ontbreekt van hem echter ieder spoor. De jongste overlevende broer
Johannes (geb. 1684) trouwde in 1707 in Rotterdam (28) en is daar zijn hele
leven blijven wonen. Blijkens een benoeming als voogd over de beide nagelaten
kinderen van zijn halfbroer Adrianus (30) was hij meesterkuiper. Hij stierf in
1755 in het Armhuis in Rotterdam.
Het derde huwelijk van Jacob Jacobsz met
Catharina van der Marck (31) bleef niet kinderloos, maar uit een vergelijking
van zijn testament (24) met dat van Catharina (32) (overigens geschreven
tijdens een ziekte waarvan zij kennelijk herstelde) blijkt dat geen van de
vier kinderen uit dit huwelijk de vader heeft overleefd.
Het vierde huwelijk met Anna van der Horst
(33) tenslotte werd gezegend met twee kinderen, beiden zonen die meerderjarig
werden. De oudste, Willem (geb. 1694), was ziekentrooster (34). Hij kreeg drie
kinderen, onder wie één zoon. Vermoedelijk is geen van de kinderen in leven
gebleven. Zijn jongere broer Adrianus (geb. 1696) was wijnkopersknecht (35)
en liet twee dochters na. Bij zijn overlijden in 1740 werden zijn halfbroer
Johannes ('meesterkuyper tot Rotterdam') uit het tweede huwelijk van zijn
vader en zijn neef Jacobus ('schoolmeester tot Voorhout') (zoon van halfbroer
Jacobus uit het eerste huwelijk van zijn vader) tot voogden benoemd (30).
IV. TOT SLOT
De laatst-overlevende 'Leidse' Creket was
Adriana (D IIIe 2). Zij overleed op 19 april 1818.
Bij de verwijzing in Gens Nostra (36) naar
een artikel van de hand van schrijver dezes in het Vlaamse genealogische
tijdschrift Westhoek-Info (thans Westhoek zonder meer) (37), werd door de
redactie een opmerking toegevoegd die het waard is hier in zijn geheel te
worden geciteerd:
'In Westbroek (provincie Utrecht) was
schoolmeester en koster Jan/Jean Crecket, 'geh. met Catelijntje/Catharina Matthijs.
Zij kregen daar vier kinderen: 'Catalijna 1644, Susanna 1646, Anna 1648, Maria
1651. Waarschijnlijk luidde de 'naam Du Croquet. Men zie daarvoor o.a. Grote
Raad van Mechelen, Chronologische 'lijsten, deel III (Antoinette en zus Ysabeau
du C., Belle 1536), idem deel V '(Nicolas du C., 1558), Nord Généalogie No.
102, blz. 39 (Jacques du C., Douai '1555), Buitenpoorterboek Brugge,
Poortersboek van Veurne'.
Het is onduidelijk of het hier een
vertegenwoordiger van dezelfde familie betreft. De persoon Jan Crecket was in
elk geval niet identiek met Jan Kreket uit Leiden. Die was, getuige de hertrouw
van zijn vrouw als weduwe, voor 23 juli 1637 overleden. Mogelijk betreft het
een tot nu toe niet bekende zoon van Pieter van den Crockette (A II). De suggestie
dat de naam Du Croquet was, is zeer plausibel. Dat zou ook de Engelse vorm 'de
Crokett' en de gemakkelijke overgang naar het Nederlandse Creket eenvoudig
verklaren.
GENEALOGIEËN VAN DEN
CROKETTE IN NEDERLAND
Indien niet anders
vermeld vonden de gebeurtenissen voor zover bekend plaats in Leiden. OT =
(kerkelijke) ondertrouw.
1. Lijn
van Jan van den Crokette I (A-lijn).
A I. Jan van den Crokette, geb. Belle, overleden tussen 2-10-1603 en 14-3-1609, tr. Belle
of Sandwich N.N. Jorysdr.
Uit dit huwelijk:
Pieter, geb.
A II. Pieter van den Crockette, raswerker, overl. voor 23-2-1623 (12), OT 14-3-1609 Marytgen Ghysberts
(9).
Uit dit huwelijk:
Tyelman, geb.
1609/1610,
Volgt A III.
A III. Tyelman Pietersz, cantoorcleetwerker, OT 1) 10-5-1629 Marytgen Marcusdr.(11), 2)
1-4-1672 Elisabeth Gerrits van Dam (18).
Uit het eerste huwelijk:
1) Pieter, ged.
7-8-1630
2) Pieter, ged.
15-6-1631
3) Marcus, ged.
31-10-1638
4) Jannetgen, ged.
16-2-1640
5) Gijsje, ged.
26-6-1642
6) Jan, ged.
25-11-1644
7) Trijntie, ged.
6-12-1646
8) Maertje, ged.
14-2-1649.
2. Lijn X.X. van den Crokette (B-lijn).
(Met X.X. wordt de vader
van de drie broers Daniël, Abraham en Charel aangegeven. Hij was zeker niet
identiek met Jan van den Crokette.)
B I. X.X. van den Crokette, geh. met N.N.
Uit dit huwelijk:
1) Daniël, geb.
Sandwich ca. 1605
(?). Volgt B IIa.
2) Abraham, geb.
Sandwich ca. 1610
(?), Volgt B IIb.
3) Charel, geb.
(geboortejaren
geschat aan de hand van 'gebruikelijke' trouwleeftijden)
B IIa. Daniël van de Crockette, wolkammer, OT 3-6-1631 Josyntgen Vincs (38)
Uit dit huwelijk geen kinderen gevonden.
B IIb. Abraham Krokette,
greinwerker, OT 1) 29-6-1636 Lyntgen Gerrits (15), 2) 21-12-1646 Neeltgen
Cornelis (39).
Uit het eerste huwelijk:
1) Abigaël, ged.
5-4-1638, OT 31-7-1671 Harmanus de Leeuw (40)
2) Abraham, ged.
13-2-1641,
Volgt B IIIa.
B IIc. Charel van de Croquette, raswerker, overl. 8-11-1680 of kort daarvoor (41), OT 30-3-1638
Neeltgen Louweris van de Steene (16).
Uit dit huwelijk:
1) Karel, ged.
15-5-1639
2) Maria, ged.
27-1-1641, OT 1) 18-8-1679 Pieter Schouten (42), 2) 18-7-1681 Tjalingh Pietersz
(43).
3) Pieternelle,
ged. 21-12-1642
4) Carel, ged.
30-10-1644.
Volgt B IIIb.
5) Abigaël, ged. 21-5-1646, OT 18-3-1672 Claes
Harmensz. Heckman (44).
6) Anneke, ged.
15-12-1647
7) Jacob, ged.
2-4-1651,
Volgt B IIIc.
8) Dirck, ged.
27-8-1653
B IIIa. Abraham Abrahamsz. van de Krokette, ged. 13-2-1641, greinwerker, overl. 8-6-1671 of kort daarvoor (41),
OT 24-4-1665 Judith Isaacs Schedeyn of Scheddingh (19).
Uit dit huwelijk:
Lijntie, ged. 14-9-1666.
B IIIb. Carel Carelsz. van de Krokette, ged. 30-10-1644, OT 24-4-1665 Annetge Hendricx van Dalen (21)
(getrouwd 10-5-1665 te Wassenaar).
Uit dit huwelijk:
Adriaentje, ged. 25-2-1666, vermoedelijk OT Den Haag 20-11-1695 Johan
Dery.
B IIIc. Jacobus van de Krakette, ged. 2-4-1651, schippersknecht, overl. 14-7-1693 of kort
daarvoor (19), OT
11-3-1671 Elisabeth Messchert
(22).
Uit dit huwelijk:
1) Jannetje, ged.
17-1-1672
2) Jannetje, ged.
15-10-1673
3) Jannetje, ged.
14-7-1675
4) Carel, ged.
25-5-1677
5) Cornelia, ged. 25-7-1680
6) Johanna, ged. 23-1-1686, OT 27-4-1713
Hendrik Meyeringh (45)
3. Lijn
Jan Kreket (C-lijn).
C I. Jan Kreket, geb. Sandwich ca. 1602 (?), overl. voor 23-7-1637, OT
(plaats en datum
onbekend) Sara Lambrechtsdr. (Lammers,
Lambert).
Uit dit huwelijk:
1) Johannes, ged.
29-9-1627
2) Pieter, ged.
4-4-1632
3) Abraham, ged.
8-1-1636
Sara Lambrechtsdr.
hertrouwde als weduwe (OT 23-7-1637) met Cornelis Cornsz. van Bochaven. Daarbij
geen bemoeienis weeskamer, zodat de hierboven genoemde kinderen vermoedelijk jong
zijn overleden.
4. Lijn
Jacobus Creket (D-lijn).
D I. Jacob Creket, geb. Sandwich ca. 1600 (?), baaiwerker, overleden voor 20-4-1660, OT
28-11-1624 Hester de
Toir, van Sandwich
(13).
Uit dit huwelijk:
1/2) Christina, ged.
23-10-1625. Mogelijk in A'dam getrouwd met Pierre de Planche (huwelijk
niet gevonden). In dat geval op 28-2-1669 met Waalse Attestatie teruggekomen
uit Amsterdam (46).
2/1) Susanna, ged. 23-10-1625
3) Maria, ged. 7-10-1629
4) Abigaël, ged. 12-10-1631
5) Jacob,
ged.
4-9-1633,
Volgt D II
D II. Jacobus Kriquet, ged. 4-9-1633, bakker, overl. 5/9-5-1699 (24), OT 1) 20-4-1660 Marya
van de Velde, wed. Sacharias Potheuck (23)(huwelijk 9-5-1660 in Zoeterwoude),
2) 14-11-1670 Elsgen Henricx (26)3) Leiden/Den Haag 20/22-8-1688 Catharina van
der Marck (31) (huwelijk Scheveningen 5-9-1688), 4) 23-10-1693 Anna van der
Horst (33).
(Zacharie Potheuck wordt
vermeld in de Waalse uitgaande attestaties in Amsterdam, waarvandaan hij op 17
mei 1651 naar Leiden vertrok).
Uit het eerste huwelijk:
1) Jacobus,
ged.
22-3-1661.
Volgt D IIIa.
2/3) Ester, ged.
18-3-1663, begr. 20/27-1-1725, OT 14-12-1690 Pieter Crahee (47), geb. ca.
1670, begr. 13/20-9-1727.
3/2) Pieternelle, ged.
18-3-1663. OT 20-11-1693 Nicolaes van Stockraem (48).
4) Sara, ged. 8-11-1665
5) Sara, ged. 29-3-1667
6) Johannes, ged. 17-11-1669
Uit het tweede huwelijk:
7) Hendrik,
ged.
18-10-1671,
Volgt D IIIb.
8) Abigail,
ged. 16-10-1672. OT 29-10-1701 Frans Graafschap (49)
9) Johannes, ged. 7-12-1673
10) Pieter, ged. 17-2-1675
11) Israël, ged. 4-7-1677
12) Christina, ged. 19-12-1679
13) Maria, ged. 1-3-1682
14) Johannes, ged.
3-4-1684.
Volgt D IIIc.
15) Jacob, ged.
11-4-1686
Uit het derde huwelijk:
16) Jacob, ged.
7-9-1689. Overleden voor 5-5-1699.
17/18) Joseph, ged.
6-7-1690. Overleden voor 5-5-1699.
18/17) Benjamin, ged.
6-7-1690. Overleden voor 5-5-1699.
19) Wilhelmina, ged.
8-1-1692. Overleden voor 5-5-1699.
Uit het vierde huwelijk:
20) Willem, ged.
28-11-1694,
Volgt D IIId.
21) Adrianus, ged.
18-11-1696,
Volgt D IIIe.
D IIIa. Jacobus Kreket, ged.
22-3-1661, kleermaker, OT 26-10-1696 Susanna van Elder
(50). Uit dit huwelijk:
1) Maria, ged.
4-8-1697
2) Jacobus, ged.
26-9-1703.
Volgt D IV
D IIIb. Hendrick Kreketh, ged.
18-10-1671, begr. 23/30-10-1717, OT 1) 24-6-1695 Baeffie Everts, j.d. van
Staveren (27), 2) Rotterdam 21-2-1706 Jacoba Cooimans (28).
Uit het eerste huwelijk:
1) Abigail, ged.
8-7-1696
2) Jacob, ged.
Rotterdam 12-6-1701
Uit het tweede huwelijk:
3) Johanna Mauritia, ged.
4) Cornelia, ged. Den
Haag 14-9-1710
5) Johanna, ged.
Den Haag 3-1-1713
D IIIc. Johannes Kreket, ged.
3-4-1684, meesterkuiper, overl. Rotterdam 27-11-1755 (51), OT Rotterdam
29-5-1707 Marytje Willems de Jong (28) getrouwd 13-6-1707).
Uit dit huwelijk:
1) Jacoba, ged. 20-3-1708
2) Willem, ged.
23-3-1710
3) Jannetje, ged.
17-1-1712. Overleden 6-8-1784 als weduwe van Gerrit Moree.
4) Lysbet, ged.
10-8-1713
5) Martie, ged.
16-5-1715. Vermoedelijk overleden 29-7-1716.
6) Maria, ged.
19-3-1719. Vermoedelijk overleden 25-3-1723.
7) Jacobus, ged.
23-2-1721. Vermoedelijk overleden 5-4-1723.
D IIId. Willem Creket, ged.
28-11-1694, krankbezoeker, overl. voor 12-5-1737, OT 13-10-1719 Hendrina
van Halderen (34).
Uit dit huwelijk:
1) Anna, ged.
4-12-1720
2) Jacobus, ged. 11-10-1722
3) Maria, ged.
17-1-1726
D IIIe. Adrianus Croquet, ged.
18-11-1696, wijnkopersknecht, + 8-6-1740 of kort daarvoor (30),
OT 6-1-1736 Margareta Willemse Masseling, j.d. van Zevenaer in Gelderland
(35).
Uit dit huwelijk:
1) Anna, ged.
12-5-1737 (get. Hendrina van Halderen, wed. Willem Crequet).
2) Adriana, ged.
28-1-1739, + 19-4-1818, OT 19-7-1771 Vincent Vijlbrieff
D IV Jacobus Creket, ged. 26-9-1703, schoolmeester, tr. 's-Hertogenbosch (?) na
16-10-1728 Johanna van Rheenen.
Uit dit huwelijk:
1/2/3) Abraham, ged.
's-Hertogenbosch 13-9-1729 (52)
1/2/3) Susanna, ged.
's-Hertogenbosch 13-9-1729
1/2/3) Jacobus, ged.
's-Hertogenbosch
13-9-1729, Volgt D V
4) Samuel, ged.
Leiden 4-9-1733
5) Suzanna, ged.
Leiden 25-4-1737
D V Jacobus Kreket, ged. 's-Hertogenbosch 13-9-1729, schoolmeester, overl. na
16-5-1785, tr. Voorhout 1) 12-8-1753 (OT Leiden 20-7) Charlotta
van Kampen, j.d. van Oegstgeest (53) 2) 16-5-1785 Catharina
Pouchain, j.d. van Leiden (53).
Uit het eerste huwelijk:
1. Jacobus, ged.
Voorhout 10-11-1754, Volgt D VI
2. Dirk, ged.
Voorhout 7-3-1756
3. Johanna
Margrieta, ged. Voorhout 23-1-1757
4. Dirkje, ged.
Voorhout 5-2-1758, overl. Oud Loosdrecht 26-12-1784 (54), OT Voorhout
27-12-1783 (tr.11-1-1784) Rijk de Jong Jkzn (53).
5. Dirk, ged. Voorhout 4-2-1759
6. Charlotta, ged. Voorhout
20-4-1760
7. Charlotta, ged. Voorhout
6-9-1761
8. Maria, ged.
Voorhout 27-3-1763, OT Voorhout 22-11-1782 Geurt Bosch (53)(getrouwd in
Oud Loosdrecht).
9. Jan, ged.
Oegstgeest 22-7-1764
10. Johannes, ged.
Voorhout 22-9-1765
11. Charlotta, ged.
Voorhout 19-3-1767
D VI Jacobus Creket jr, ged. Voorhout 10-11-1754, schoolmeester en voorzanger in Oud Loosdrecht,
OT Noordwijkerhout 16-6-1782 Rijkje Dros, j.d. van Nigtevecht (bijgeschreven:
'getrouwd Nichtevecht of elders') (25).
REFERENTIES
Afkortingen:
GAA = Gemeentearchief Amsterdam
GADB = Gemeentearchief 's-Hertogenbosch
RAL = Regionaal Archief Leiden
GAR = Gemeentearchief Rotterdam
RAU = Rijksarchief in Utrecht
RAZH = Rijksarchief in Zuid-Holland
KOT = Kerkelijk Ondertrouwregister
Dbk = Doopboek
Pbk = Poorterboek
Secl = Akten van Seclusie
Vgdb = Voogdenboek
1. Persoonlijke
mededeling van de heer J. Decaestecker, (ex-)uitgever van
Westhoek-Info, Dikkebus-Ieper (B).
2. M. Backhouse,
'Documenten betreffende de geschiedenis van de Vlaamse en Waalse vluchtelingen
in Sandwich tijdens de tweede helft van de 16de eeuw', Handelingen van
de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis, CLV, 3de-4de afl., Brussel
1989.
3. W.J.C. Moens, 'Register of Baptisms in the
4. M. Backhouse,
'Een probleemgeval in de Vlaamse kerk te Sandwich: predikant Petrus
Domselius (1656-1657)', Westhoek jg. 11 (1995), 1/2, p. 32.
5. RAL Pbk E,
f. 71.
6. RAL KOT E 79
vo.
7. RAL KOT B
78
8. RAL KOT E
138 vo.
9. RAL KOT G
41 vo.
10. RAL
Schoorsteengeld 1606, ONL 185 vo.
11. RAL KOT K 149 vo.
12. RAL KOT I 160
13. RAL KOT I 230
14. RAL KOT K 236
vo.
15. RAL KOT L 249
vo.
16. RAL KOT M 18
17. De criminele
vonnisboeken van Leiden, 1533 - 1811, door H.M. van den Heuvel. Jaarg. 14/15,
Tijdschrift voor sociale genealogie en streekgeschiedenis voor Leiden
en omstreken', 1977/78.
18. RAL KOT V 202
vo.
19. RAL Vgdb K 140
20. RAL KOT S 92
21. RAL KOT S 92
(!)
22. RAL KOT V 72
vo.
23. RAL KOT Q 298 vo.
24. RAL Secl. L
181/182 (het testament van Jacob Jacobsz, gedateerd 5 mei 1699).
25. RAZH, Trouwboek
Noordwijkerhout. Bevestigd in RAU, Trouwboek Oud Loosdrecht en
Trouwboek Nigtevecht.
26. RAL KOT V 30
vo.
27. RAL KOT BB 87
vo.
28. GAR KOT Geref.
Huw.
29. GAR Pbk 288 -
I/62
30. RAL Vgdb.O 42
vo.
31. RAL KOT Z 199
(huwelijk gesloten Scheveningen, GADH KOT)
32. RAL Secl. H 78
33. RAL KOT AA 254
vo.
34. RAL KOT HH 109
vo.
35. RAL KOT MM 147
vo.
36. Gens Nostra,
Jg. XLIX, nr. 9
37. Westhoek-Info, Jg. X, Nr. 1 (april 1994)
38. RAL KOT K 236
vo.
39. RAL KOT N 245
vo.
40. RAL KOT V 134
41. RAL Vgdb H 29
vo. en I 88 vo.
42. RAL KOT X
101
43. RAL KOT X 265
vo.
44. RAL KOT V 199
45. RAL KOT FF 168 vo.
46. GAA, Waalse Attestaties, film 959.
47. RAL AA 47 vo.
48. RAL AA 259
49. RAL CC 238 vo.
50. RAL KOT BB 198
51. GAR
Begraafboeken.
52. GADB Dbk St.
Jan (NG)
53. RAZH
Trouwboeken Voorhout
54. RAZH
Begraafboeken Voorhout.