HET LEIDSE GESLACHT CREKET (1591 - 1818)

 

Auteur: A.J. van der Zeeuw

Contact: zie mijn homepage www.at16home.demon.nl/Index.htm

 

INLEIDING

 

De Leidse familie Creket is afkomstig uit de Westhoek van Vlaanderen en is in Nederland terecht gekomen op het einde van de zestiende eeuw, via Sandwich in Engeland. In Nederland voerde zij eerst de naam Van den Croquette (of spellings­varianten daarvan), die binnen enkele generaties verbasterde tot Creket. Het geslacht was vermoedelijk in het grensgebied tussen Frans- en Vlaamstalig Vlaanderen tamelijk wijd verbreid, en waar­schijn­lijk waren er zowel Vlaams- als Franstalige takken. Nog altijd komt de naam, in verschillende Nederlandse en Franse versies, in dit gebied voor (1). Een of meer protestantse leden van het geslacht emigreerden naar Sandwich toen hun geloofs­beleving moeilijker en uiteinde­lijk onmogelijk werd, vermoedelijk in het vierde kwart van de zestiende eeuw. Er bestaat een lijst van Vlaamse vluchtelingen die in 1585 in Sandwich belasting betaalden (2), en op die lijst komen voor John en Peter de Crokett. Zij betaalden 12 d., wat betekent dat zij niet welgesteld waren, maar ook niet tot de allerarmsten behoorden. Ook in die tijd kwam vreemdelingenangst voor, en werden de vaak succesvolle Vlamingen door de geboren Engelsen als een bedreiging voor hun nering en industrie gezien (3). Gedwongen door beperkende maatregelen, trok in een periode van enige tiental­len jaren, vermoede­lijk tussen 1590 en 1620, een aantal Nederlandstalige 'Engelse' leden van het geslacht naar Leiden, waar zij in de hun zeer vertrouwde lakenindus­trie gingen werken. Niet alle Croketts vertrokken overigens uit Engeland. In 1657 leefden nog leden van het geslacht in Sandwich. Er bestaat een petitie tot afzetting van de plaatse­lijke predi­kant van de Vlaamse kerk, waarop voorkomen: Pieter, Jakob, nog een Pieter en Jan Croket. Van de drie laatstgenoemden is bekend dat zij waren geboren in Sandwich. In 1622 stonden zij te boek als 'stran­ger' of 'alien' (4). In Colches­ter wordt nog in 1706 een Jacob Crekett als ouderling van de 'Dutch Church' vermeld (3).

 

I. DE EMIGRATIE NAAR LEIDEN

 

Op 18 september 1591 werd Jan van den Crokette, 'van Belle in Vlaende­ren', (het huidige Bailleul, Frankrijk) als poorter ingenomen in Leiden tegen betaling van 3 guldens en 4 stui­vers  (5). Terwijl hij zich toen deze uitgave kennelijk kon veroorloven, blijkt hij in 1597 armlastig te zijn en opgenomen in de brooduitde­ling. Hij wordt nog eenmaal vermeld in de Leidse papieren, nl. als zwager en ondertrouwge­tuige (2-10-1603) bij het tweede huwelijk van Pieter Jorysz (6). Diens drie huwelijken zijn alle in de onder­trouwregisters beschre­ven (6-8) en de namen van de bruiden laten de conclusie toe dat Jan van den Crokette gehuwd was met een zuster van Pieter Jorysz, en niet omge­keerd. Op 14 maart 1609 vinden we dan de ondertrouw van Pieter van den Crocket­te, jongman 'van Santwits in Enge­landt', raswer­ker, met Marytgen Ghijs­berts, jongedochter van Leiden (9). Een van zijn getuigen was zijn oom Pieter Jorysz. Uit het voorgaande volgt dat Pieter van den Crockette een zoon moet zijn geweest van Jan van den Crokette (de kans dat twee mannelij­ke Van den Crokettes getrouwd waren met twee zusters van Pieter Jorysz is niet zo groot), en dat deze laatste dus in Sandwich moet hebben gewoond. Of hij identiek is met John de Crokett is op grond van deze gegevens niet uit te maken, maar lijkt zeer waar­schijn­lijk. Bovendien kan worden gecon­clu­deerd dat Jan van den Crokette bij de onder­trouw van zijn zoon reeds was overle­den, anders zou hij zeker voor zijn zoon hebben getuigd. Of hij, behalve Pieter, nog meerdere kinderen had is uit de Leidse archie­ven niet op te maken: de doopregisters van de Ned. Ger. kerk zijn slechts vanaf 1621 bewaard gebleven. Terzijde zij opgemerkt dat we ook nog een Proontgen van de Crockette aantreffen als getuige bij het derde huwelijk van bovenge­noemde Pieter Jorysz (8). Zij werd in 1606 voor 20 stuivers in de verpon­ding en voor 26 stuivers in het schoor­steen­geld aangeslagen (10), en voerde dus een zelf­standig huishouden. Mogelijk was zij een ongetrouwde zuster of dochter van Jan, of zijn weduwe. (In principe werden vrouwen weliswaar met hun meisjes­namen vermeld, maar men was daarin niet altijd consequent.) Van Pieter is één zoon bekend: op 10 mei 1629 ondertrouwde Tyelman Pietersz (11), cantoorcleetwerker in de Camp, met Marytgen Marcusdr, waarbij als getuige optrad David Fransz, zijn stiefva­der. Tyelmans moeder Marytgen Gijsbrechts, weduwe van Pieter van de Cocqette, was op 23 februari 1623 met David Fransz ondertrouwd (12).

 

Op 28 november 1624 ondertrouwden Jacob Creket, baaiwerker van 'Santwits', en Hester de Toir, eveneens van 'Santwits' (13). Hun ouders zijn onbekend, en bij hun ondertrouw zijn geen getuigen vermeld. Mogelijk heette Jacobs vader Pieter: bij de doop van Jacobs eerste kind Christina in 1625 trad een Pieter Creket op als ge­tui­ge, die onmoge­lijk dezelfde kan zijn als Tyelman Pietersz' vader, die immers vóór 23 februari 1623 was overle­den. Het is vermoedelijk deze zelfde Jacob die, als neef van de bruidegom, op 3 juni 1631 optrad als getuige bij de ondertrouw van Daniël van de Crokette, wolkammer van Leiden (14). Vrijwel zeker is deze herkom­staanduiding onjuist. Op 29 september 1636 trad Daniël op als getuige bij de ondertrouw van zijn broer Abraham Krokette, greinwer­ker van 'Sant­wits' (15). Abraham op zijn beurt was getuige bij de onder­trouw van zijn broer Charel van de Croquette, raswerker van 'Sant­withs', op 30 maart 1638 (16). Zeer waar­schijn­lijk was Daniël de oudste van de drie broers, en dus eveneens in Sandwich geboren. Ook de ouders van de broers zijn onbe­kend. Namen van doopge­tuigen en vernoemingen in de gezinnen geven geen aanknopingspunten in deze.

 

Als laatste van deze (bijna-)leeftijdgenoten treffen we dan nog Jan Kreket aan, geboren in Sandwich. Diens huwelijk met Sara Lambrechtsdr (Lammers, Lambert) is in Leiden niet gevonden. Het feit dat hij in Sandwich geboren was en gehuwd was met Sara Lambrechtsdr, blijkt uit een vonnis dat over hem werd geveld op 25 juni 1630 wegens smokkel en distributie van bier en misleiding van de justitie (17). De eis was draconisch: geseling, brandmer­king en levens­lange verbanning uit Holland en West-Friesland. Het vonnis was milder: met een ton om het lichaam door de stad worden geleid, gevolgd door verbanning voor 6 jaren uit Leiden, Rijnland, Den Haag en Haagambacht. Waarschijnlijk is dit vonnis toch niet (geheel) ten uitvoer gelegd, getuige het feit dat Jan en Sara kans zagen in Leiden 2 kinderen te krijgen in de periode dat Jan buiten de stad zou hebben moeten verblijven. Jans voorgeslacht is ons niet bekend, evenmin als de lotge­vallen van zijn kinderen.

 

Het is duidelijk dat de komst van de familie Creket naar Nederland zich uit­strekte over enige decennia. Jan van den Crokette arriveerde rond 1591 in Leiden. Niet duidelijk is of zijn voltal­lige gezin meekwam. Het is natuur­lijk mogelijk dat een of meer grotere of zelfs volwassen kinderen in Sandwich achterbleven. Jacob trouwde als jongeman in 1624, en was geboren in Sand­wich. Dit betekent waarschijnlijk dat hij met zijn ouder(s) als opgroeiende jongen naar Leiden is gekomen, zeg rondom 1610. Voor de broers Daniël, Abraham en Charel kan op dezelfde gronden worden aangevoerd dat zij (met hun ouders ?) mogelijk zelfs nog iets later zijn overgekomen, zeg tussen 1615 en 1620 (de jongste, vrij zeker Charel, trouwde als jongeman in 1638). Jan is mogelijk zelfs nog in Sandwich getrouwd, en zou dan nog later dan 1620 geïmmigreerd kunnen zijn. Hoe lagen nu de familiebanden tussen degenen die hierboven zijn genoemd ? Dat deze relaties bestonden is duidelijk. Zo traden bijvoorbeeld Tyelman Pietersz en zijn moeder Marytgen Gijsbrechts op als getuigen bij de doop van één van de kinderen van Abraham, terwijl Charel getuige was bij de doop van één van de kinderen van Tyelman, en was Jacob 'Kerket' getuige bij de doop van Jans derde zoon Abraham in 1636. ­Zonder nadere informa­tie over de samenstel­ling van de gezinnen van John en Peter de Crokett in Sandwich wordt verder filosoferen echter te specula­tief. Ook de vernoemin­gen met name van oudste zonen en dochters in Leiden geven in dit verband onvoldoen­de houvast.

 

II. DE VOLGENDE GENERATIE

 

Tyelman Pietersz van de Krockette kreeg bij zijn vrouw in totaal negen kinderen. Geen van hen treffen we in de onder­trouwregisters aan, zodat zij mogelijk allen vroeg zijn overleden of ongetrouwd zijn gebleven. Overigens zijn van hen ook geen overlijdensge­ge­vens bekend. Na de dood van zijn vrouw zou hij hertrouwen (OT 1-4-1672) met Elisabeth Gerrits van Dam, weduwe van Mr. Anthony van der Linden (18). Zij had toen twee kinderen tot haar last, hij geen. Het paar woonde in de Westhavenstraat. Tot een huwelijkssluiting is het niet meer gekomen. Al op 7-4-1672 overleed 'de vrouw van Tieleman Pieters, in de Westhavestraet', mogelijk in het kraambed. Zeer waarschijn­lijk is met het overlij­den van Tyelman Pietersz het nageslacht van Jan van den Crokette in Nederland uitgestorven. 

(Zie overigens de opmerking onder de paragraaf Tot slot).

 

Daniel van de Crokette heeft, voor zover bekend, geen kinderen gekregen.

 

Abraham Krokette kreeg twee kinderen, een meisje en een jongen. Zijn zoon Abraham Abrahamsz echter kreeg alleen een dochter.

 

Charel van de Croquette kreeg acht kinderen, van wie o.a. twee zoons overleefden en trouwden. De oudste zoon Carel Carelsz van de Krokette kreeg alleen een dochter. De jongste zoon, Jacob Carelsz, kreeg zes kinderen (één zoon), van wie alleen de jongste dochter overleefde (19).

 

Jan Kreket en zijn vrouw Sara Lambrechtsdr kregen in Leiden drie zonen, waarvan echter het verdere lot onbekend is.

 

Jacob Creket en Hester de Toir zijn de stamouders van de langst overle­ven­de Nederlandse takken van  het geslacht. Zij kregen vijf kinderen onder wie één zoon. Deze, eveneens Jacob geheten, had uit vier huwelijken 21 (!) kinde­ren. Naamdra­gende nakomelingen van deze zeer produktieve Creket vinden we tot ver in de achttiende eeuw terug. 

 

Beroepen

 

Van de enige gevonden vertegenwoordiger van de oudste generatie, Jan van den Crokette, is het beroep niet bekend. Het ligt voor de hand aan te nemen dat hij in de Leidse textielindustrie werkzaam was, zoals alle mannelijke familieleden die nog in Sandwich geboren waren. (In het algemeen vindt men van de overle­vende vrouwen in de periode vóór de invoering van de Burger­lijke Stand geen beroepen vermeld.) Van de in Leiden geborenen bereikten slechts weinig mannen de meerder­jarig­heid. Tyelman Pietersz was 'cantoor­cleetwerker'(11), Abraham Abrahamsz greinwer­ker (20), van Carel Carelsz wordt geen beroep vermeld (21), en Jacob Carelsz was schippersknecht (22). Jacob Jacobsz tenslotte (die van de 21 kinderen) was bakker (23) en werd later in zijn leven ook voorlezer en voorzan­ger in de Pieters­kerk (24). In de volgende generaties gaat het, zoals reeds geschre­ven, uitsluitend om nakomelingen van deze Jacob Jacobsz.

 

III. DE (mannelijke) NAKOMELINGSCHAP VAN JACOB JACOBSZ CREKET

 

Zijn zoon Jacobus uit het eerste huwelijk met Marya van de Velde (23) was kleerma­ker, en volgde tevens zijn vader op als voorzanger. Diens zoon, kleinzoon en achterkleinzoon (allen Jacobus) waren schoolmeester, soms daarnaast voorzan­ger, in respec­tievelijk 's-Hertogenbosch en Voorhout, Voor­hout, en Oud Loos­drecht. Het spoor van deze stamreeks eindigt met het huwelijk van de laatste Jacob, Jacob VI, met Rijkje Dros in 1782, gesloten in Nigte­vecht (25). Jacob VI was schoolmeester en voorzanger in Oud Loosdrecht. Uit zijn huwelijk zijn noch in Oud Loosdrecht noch in Nig­tevecht kinderen gevonden. Wegens het nogal ambulante karakter van het schoolmees­terschap kan echter niet uitgesloten worden dat het paar is verhuisd, en elders nog nakomelingschap heeft gekregen. 

 

Uit het tweede huwelijk met Elsgen Henricx (Deckers) (26) bereikten tenminste 3 zonen de meerderjarigheid. Hendrik, geboren in 1671, trouwde in Leiden in 1695 (27), hertrouw­de in 1706 in Rotterdam als weduwnaar (28), bleek zich in 1710 in Den Haag te bevinden en over­leed tenslotte in 1717 in Leiden. Van hem is geen beroep bekend. Hendriks jongere broer Israel (geb. 1677) werd in 1708 poorter in Rotter­dam (29), maar verder ontbreekt van hem echter ieder spoor. De jongste overlevende broer Johannes (geb. 1684) trouwde in 1707 in Rotterdam (28) en is daar zijn hele leven blijven wonen. Blijkens een benoeming als voogd over de beide nagela­ten kinderen van zijn halfbroer Adrianus (30) was hij meesterkuiper. Hij stierf in 1755 in het Armhuis in Rotterdam.   

 

 

Het derde huwelijk van Jacob Jacobsz met Catharina van der Marck (31) bleef niet kinderloos, maar uit een vergelijking van zijn testament (24) met dat van Catharina (32) (overi­gens geschreven tijdens een ziekte waarvan zij kennelijk herstel­de) blijkt dat geen van de vier kinderen uit dit huwelijk de vader heeft overleefd.

 

Het vierde huwelijk met Anna van der Horst (33) tenslotte werd gezegend met twee kinderen, beiden zonen die meerderjarig werden. De oudste, Willem (geb. 1694), was ziekentrooster (34). Hij kreeg drie kinderen, onder wie één zoon. Vermoede­lijk is geen van de kinderen in leven gebleven. Zijn jongere broer Adrianus (geb. 1696) was wijnko­pers­knecht (35) en liet twee dochters na. Bij zijn overlijden in 1740 werden zijn halfbroer Johannes ('mees­ter­kuyper tot Rotter­dam') uit het tweede huwelijk van zijn vader en zijn neef Jacobus ('schoolmees­ter tot Voorhout') (zoon van halfbroer Jacobus uit het eerste huwelijk van zijn vader) tot voogden benoemd (30).  

 

IV. TOT SLOT

 

De laatst-overlevende 'Leidse' Creket was Adriana (D IIIe 2). Zij overleed op 19 april 1818.

 

Bij de verwijzing in Gens Nostra (36) naar een artikel van de hand van schrijver dezes in het Vlaamse genealogische tijdschrift Westhoek-Info (thans Westhoek zonder meer) (37), werd door de redactie een opmerking toege­voegd die het waard is hier in zijn geheel te worden geciteerd:

 

'In Westbroek (provincie Utrecht) was schoolmeester en koster Jan/Jean Crecket, 'geh. met Catelijntje/Catharina Matthijs. Zij kregen daar vier kinderen: 'Catalij­na 1644, Susanna 1646, Anna 1648, Maria 1651. Waarschijnlijk luidde de 'naam Du Croquet. Men zie daarvoor o.a. Grote Raad van Mechelen, Chronologische 'lijsten, deel III (Antoinette en zus Ysabeau du C., Belle 1536), idem deel V '(Nicolas du C., 1558), Nord Généalogie No. 102, blz. 39 (Jacques du C., Douai '1555), Buitenpoorterboek Brugge, Poortersboek van Veurne'.

 

Het is onduidelijk of het hier een vertegenwoordiger van dezelfde familie betreft. De persoon Jan Crecket was in elk geval niet identiek met Jan Kreket uit Leiden. Die was, getuige de hertrouw van zijn vrouw als weduwe, voor 23 juli 1637 overleden. Mogelijk betreft het een tot nu toe niet bekende zoon van Pieter van den Crockette (A II). De suggestie dat de naam Du Croquet was, is zeer plausibel. Dat zou ook de Engelse vorm 'de Crokett' en de gemakkelijke overgang naar het Nederlandse Creket eenvoudig verkla­ren.

 

                    GENEALOGIEËN VAN DEN CROKETTE IN NEDERLAND

 

 

Indien niet anders vermeld vonden de gebeurtenissen voor zover bekend plaats in Leiden. OT = (kerkelijke) ondertrouw.

 

1. Lijn van Jan van den Crokette I (A-lijn). 

 

A I.     Jan van den Crokette, geb. Belle, overleden tussen 2-10-1603 en 14-3-1609, tr. Belle of Sandwich N.N. Jorysdr.

Uit dit huwelijk:

    Pieter, geb. Sandwich ca. 1585,                 Volgt A II.

                                                   

A II.    Pieter van den Crockette, raswerker, overl. voor 23-2-1623 (12), OT 14-3-1609 Marytgen Ghys­berts (9).

Uit dit huwelijk:

    Tyelman, geb. 1609/1610,                        Volgt A III.

 

 

 

 

A III.   Tyelman Pietersz, cantoorcleetwerker, OT 1) 10-5-1629 Marytgen Marcusdr.(11), 2) 1-4-1672 Elisabeth Gerrits van Dam (18).

Uit het eerste huwelijk:

1)  Pieter, ged. 7-8-1630

2)  Pieter, ged. 15-6-1631

3)  Marcus, ged. 31-10-1638

4)  Jannetgen, ged. 16-2-1640

5)  Gijsje, ged. 26-6-1642

6)  Jan, ged. 25-11-1644

7)  Trijntie, ged. 6-12-1646

8)  Maertje, ged. 14-2-1649.

 

2. Lijn X.X. van den Crokette (B-lijn).

 

(Met X.X. wordt de vader van de drie broers Daniël, Abraham en Charel aangege­ven. Hij was zeker niet identiek met Jan van den Crokette.)

 

B I.     X.X. van den Crokette, geh. met N.N.

Uit dit huwelijk:

1)  Daniël, geb. Sandwich ca. 1605 (?).            Volgt B IIa.

2)  Abraham, geb. Sandwich ca. 1610 (?),           Volgt B IIb.

3)  Charel, geb. Sandwich ca. 1613 (?),            Volgt B IIc.

    (geboortejaren geschat aan de hand van 'gebruikelijke' trouwleeftijden)

 

B IIa.   Daniël van de Crockette, wolkammer, OT 3-6-1631 Josyntgen Vincs (38)

         Uit dit huwelijk geen kinderen gevonden.

 

B IIb.  Abraham Krokette, greinwerker, OT 1) 29-6-1636 Lyntgen Gerrits (15), 2) 21-12-1646 Neeltgen Cornelis (39).

Uit het eerste huwelijk:

1)  Abigaël, ged. 5-4-1638, OT 31-7-1671 Harmanus de Leeuw (40)

2)  Abraham, ged. 13-2-1641,                       Volgt B IIIa.

 

B IIc.   Charel van de Croquette, raswerker, overl. 8-11-1680 of kort daarvoor (41), OT 30-3-1638  Neeltgen Louweris van de Steene (16).

Uit dit huwelijk:

1)  Karel, ged. 15-5-1639

2)  Maria, ged. 27-1-1641, OT 1) 18-8-1679 Pieter Schouten (42), 2) 18-7-1681 Tjalingh Pietersz

(43).

3)  Pieternelle, ged. 21-12-1642

4)  Carel, ged. 30-10-1644.                        Volgt B IIIb.

5)  Abigaël, ged. 21-5-1646, OT 18-3-1672 Claes Harmensz. Heckman (44).

6)  Anneke, ged. 15-12-1647

7)  Jacob, ged. 2-4-1651,                          Volgt B IIIc.

8)  Dirck, ged. 27-8-1653

 

B IIIa.  Abraham Abrahamsz. van de Krokette, ged. 13-2-1641, greinwerker, overl. 8-6-1671 of kort  daarvoor (41), OT 24-4-1665 Judith Isaacs Schedeyn of Scheddingh (19).

Uit dit huwelijk:

    Lijntie, ged. 14-9-1666.

 

B IIIb. Carel Carelsz. van de Krokette, ged. 30-10-1644, OT 24-4-1665 Annetge Hendricx van Dalen (21) (getrouwd 10-5-1665 te Wassenaar).

Uit dit huwe­lijk:

    Adriaentje, ged. 25-2-1666, vermoedelijk OT Den Haag 20-11-1695 Johan Dery.   

 

B IIIc.  Jacobus van de Krakette, ged. 2-4-1651, schippersknecht, overl. 14-7-1693 of kort

daarvoor (19), OT 11-3-1671 Elisabeth Messchert (22).         

Uit dit huwe­lijk:

1)  Jannetje, ged. 17-1-1672

2)  Jannetje, ged. 15-10-1673

3)  Jannetje, ged. 14-7-1675

4)  Carel, ged. 25-5-1677

5)  Cornelia, ged. 25-7-1680

6)  Johanna, ged. 23-1-1686, OT 27-4-1713 Hendrik Meyeringh (45)

 

3. Lijn Jan Kreket (C-lijn).

 

C I.    Jan Kreket, geb. Sandwich ca. 1602 (?), overl. voor 23-7-1637, OT

 

(plaats en datum onbekend) Sara Lambrechtsdr. (Lammers, Lambert).         

Uit dit huwelijk:

1)  Johannes, ged. 29-9-1627

2)  Pieter, ged. 4-4-1632

3)  Abraham, ged. 8-1-1636

Sara Lambrechtsdr. hertrouwde als weduwe (OT 23-7-1637) met Cornelis Cornsz. van Bochaven. Daarbij geen bemoeienis weeskamer, zodat de hierboven genoemde kinderen vermoe­delijk jong zijn overleden.         

 

4. Lijn Jacobus Creket (D-lijn).

         

D I.     Jacob Creket, geb. Sandwich ca. 1600 (?), baaiwerker, overleden voor 20-4-1660, OT

28-11-1624 Hester de Toir, van Sandwich (13).              

Uit dit huwelijk:

1/2) Christina, ged. 23-10-1625. Mogelijk in A'dam getrouwd met Pierre de Planche (huwelijk niet  gevonden). In dat geval op 28-2-1669 met Waalse Attestatie terugge­komen uit Amsterdam (46).

2/1) Susanna, ged. 23-10-1625

3)   Maria, ged. 7-10-1629

4)   Abigaël, ged. 12-10-1631

5)   Jacob, ged. 4-9-1633,                          Volgt D II 

 

D II.    Jacobus Kriquet, ged. 4-9-1633, bakker, overl. 5/9-5-1699 (24), OT 1) 20-4-1660 Marya van de Velde, wed. Sacharias Potheuck (23)(huwelijk 9-5-1660 in Zoeterwou­de), 2) 14-11-1670 Elsgen Henricx (26)3) Lei­den/Den Haag 20/22-8-1688 Catharina van der Marck (31) (huwelijk Scheve­nin­gen 5-9-1688), 4) 23-10-1693 Anna van der Horst (33).

(Zacharie Potheuck wordt vermeld in de Waalse uitgaande attestaties in Amsterdam, waarvandaan hij op 17 mei 1651 naar Leiden vertrok).

Uit het eerste huwelijk:

1)   Jacobus, ged. 22-3-1661.                       Volgt D IIIa.

2/3) Ester, ged. 18-3-1663, begr. 20/27-1-1725, OT 14-12-1690 Pieter Crahee (47), geb. ca. 1670,  begr. 13/20-9-1727. 

3/2) Pieternelle, ged. 18-3-1663. OT 20-11-1693 Nicolaes van Stockraem (48).

4)   Sara, ged. 8-11-1665

5)   Sara, ged. 29-3-1667

6)   Johannes, ged. 17-11-1669

Uit het tweede huwelijk:

7)   Hendrik, ged. 18-10-1671,                      Volgt D IIIb.

8)   Abigail, ged. 16-10-1672. OT 29-10-1701 Frans Graafschap (49)

9)   Johannes, ged. 7-12-1673

10)  Pieter, ged. 17-2-1675

11)  Israël, ged. 4-7-1677

12)  Christina, ged. 19-12-1679

13)  Maria, ged. 1-3-1682

14)  Johannes, ged. 3-4-1684.                       Volgt D IIIc.

15)  Jacob, ged. 11-4-1686

Uit het derde huwelijk:

16)  Jacob, ged. 7-9-1689. Overleden voor 5-5-1699.

17/18) Joseph, ged. 6-7-1690. Overleden voor 5-5-1699.

18/17) Benjamin, ged. 6-7-1690. Overleden voor 5-5-1699.

19)  Wilhelmina, ged. 8-1-1692. Overleden voor 5-5-1699.

Uit het vierde huwelijk:

20)  Willem, ged. 28-11-1694,                       Volgt D IIId.

21)  Adrianus, ged. 18-11-1696,                     Volgt D IIIe.     

 

 

D IIIa.  Jacobus Kreket, ged. 22-3-1661, kleermaker, OT 26-10-1696 Susanna van Elder (50).        Uit dit huwelijk:

1)  Maria, ged. 4-8-1697

2)  Jacobus, ged. 26-9-1703.                        Volgt D IV

 

 

D IIIb.  Hendrick Kreketh, ged. 18-10-1671, begr. 23/30-10-1717, OT 1) 24-6-1695 Baeffie Everts,  j.d. van Staveren (27), 2) Rotterdam 21-2-1706 Jacoba Cooimans (28).

Uit het eerste huwelijk:

1)  Abigail, ged. 8-7-1696

2)  Jacob, ged. Rotterdam 12-6-1701

Uit het tweede huwelijk:

3)  Johanna Mauritia, ged. Rotterdam 1-5-1707

4)  Cornelia, ged. Den Haag 14-9-1710

5)  Johanna, ged. Den Haag 3-1-1713    

 

D IIIc.  Johannes Kreket, ged. 3-4-1684, meesterkuiper, overl.  Rotterdam 27-11-1755 (51), OT Rotterdam 29-5-1707 Marytje Willems de Jong (28) getrouwd 13-6-1707).

Uit dit huwelijk:

1)  Jacoba, ged. 20-3-1708

2)  Willem, ged. 23-3-1710

3)  Jannetje, ged. 17-1-1712. Overleden 6-8-1784 als weduwe van Gerrit Moree.

4)  Lysbet, ged. 10-8-1713

5)  Martie, ged. 16-5-1715. Vermoedelijk overleden 29-7-1716.

6)  Maria, ged. 19-3-1719. Vermoedelijk overleden 25-3-1723.

7)  Jacobus, ged. 23-2-1721. Vermoedelijk overleden 5-4-1723.

 

D IIId.  Willem Creket, ged. 28-11-1694, krankbezoeker, overl. voor 12-5-1737, OT 13-10-1719 Hendrina van Halderen (34).

Uit dit huwelijk:

1)  Anna, ged. 4-12-1720

2)  Jacobus, ged. 11-10-1722

3)  Maria, ged. 17-1-1726 

 

D IIIe.  Adrianus Croquet, ged. 18-11-1696, wijnkopersknecht, + 8-6-1740 of kort daarvoor (30), OT 6-1-1736 Margareta Willemse Masseling, j.d. van Zevenaer in Gelderland (35).

Uit dit huwe­lijk:

1)  Anna, ged. 12-5-1737 (get. Hendrina van Halderen, wed. Willem Crequet).

2)  Adriana, ged. 28-1-1739, + 19-4-1818, OT 19-7-1771 Vincent Vijlbrieff

 

D IV     Jacobus Creket, ged. 26-9-1703, schoolmeester, tr. 's-Hertogenbosch (?) na 16-10-1728    Johanna van Rheenen.

Uit dit huwelijk:

1/2/3) Abraham, ged. 's-Hertogenbosch 13-9-1729 (52)

1/2/3) Susanna, ged. 's-Hertogenbosch 13-9-1729

1/2/3) Jacobus, ged. 's-Hertogenbosch 13-9-1729,          Volgt D V

4)  Samuel, ged. Leiden 4-9-1733

5)  Suzanna, ged. Leiden 25-4-1737

 

D V     Jacobus Kreket, ged. 's-Hertogenbosch 13-9-1729, schoolmeester, overl. na 16-5-1785,  tr.  Voorhout 1) 12-8-1753 (OT Leiden 20-7) Charlotta van   Kampen, j.d. van Oegstgeest (53) 2) 16-5-1785 Catharina Pouchain, j.d. van Leiden (53).

Uit het eerste huwelijk:

1.  Jacobus, ged. Voorhout 10-11-1754,      Volgt D VI

2.  Dirk, ged. Voorhout 7-3-1756

3.  Johanna Margrieta, ged. Voorhout 23-1-1757

4.  Dirkje, ged. Voorhout 5-2-1758, overl. Oud Loosdrecht 26-12-1784 (54), OT Voorhout 27-12-1783  (tr.11-1-1784) Rijk de Jong Jkzn (53).

5.   Dirk, ged. Voorhout 4-2-1759

6.   Charlotta, ged. Voorhout 20-4-1760   

7.   Charlotta, ged. Voorhout 6-9-1761

8.  Maria, ged. Voorhout 27-3-1763, OT Voorhout 22-11-1782 Geurt Bosch (53)(getrouwd in Oud Loosdrecht).

9.  Jan, ged. Oegstgeest 22-7-1764

10. Johannes, ged. Voorhout 22-9-1765

11. Charlotta, ged. Voorhout 19-3-1767

 

D VI    Jacobus Creket jr, ged. Voorhout 10-11-1754, schoolmeester en voorzanger in Oud Loosdrecht, OT Noordwijkerhout 16-6-1782 Rijkje Dros, j.d. van Nigtevecht (bijgeschreven: 'getrouwd Nichte­vecht of elders') (25). 

 

 

REFERENTIES

 

Afkortingen:  GAA  = Gemeentearchief Amsterdam

              GADB = Gemeentearchief 's-Hertogenbosch

              RAL  = Regionaal Archief Leiden

              GAR  = Gemeentearchief Rotterdam

              RAU  = Rijksarchief in Utrecht

              RAZH = Rijksarchief in Zuid-Holland

 

              KOT  = Kerkelijk Ondertrouwregister

              Dbk  = Doopboek

              Pbk  = Poorterboek

              Secl = Akten van Seclusie

              Vgdb = Voogdenboek

  

 

1.  Persoonlijke mededeling van de heer J. Decaestecker, (ex-)uitgever van Westhoek-Info, Dikkebus-Ieper (B).

2.  M. Backhouse, 'Documenten betreffende de geschiedenis van de Vlaamse en Waalse vluchtelingen in Sandwich tijdens de tweede helft van de 16de eeuw', Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Geschie­denis, CLV, 3de-4de afl., Brussel 1989.

3.  W.J.C. Moens, 'Register of Baptisms in the Dutch Church at Colches­ter', The publications of the Huguenot Society of London, Vol. XII, Lymington 1905.

4.  M. Backhouse, 'Een probleemgeval in de Vlaamse kerk te Sandwich: predikant Petrus Domselius (1656-1657)', Westhoek jg. 11 (1995), 1/2, p. 32.

5.  RAL Pbk E, f. 71.

6.  RAL KOT E 79 vo.

7.  RAL KOT B 78

8.  RAL KOT E 138 vo.

9.  RAL KOT G 41 vo.

10. RAL Schoorsteengeld 1606, ONL 185 vo.

11. RAL KOT K 149 vo.

12. RAL KOT I 160

13. RAL KOT I 230

14. RAL KOT K 236 vo.

15. RAL KOT L 249 vo.

16. RAL KOT M 18

17. De criminele vonnisboeken van Leiden, 1533 - 1811, door H.M. van den Heuvel. Jaarg. 14/15, Tijdschrift voor sociale genealo­gie en streekgeschiedenis voor Leiden en omstreken', 1977/78.

18. RAL KOT V 202 vo.

19. RAL Vgdb K 140

20. RAL KOT S 92

21. RAL KOT S 92 (!)

22. RAL KOT V 72 vo.

23. RAL KOT Q 298 vo.

24. RAL Secl. L 181/182 (het testament van Jacob Jacobsz, gedateerd 5 mei 1699).

25. RAZH, Trouwboek Noordwijkerhout. Bevestigd in RAU, Trouwboek Oud Loosdrecht en Trouwboek     Nigtevecht.

26. RAL KOT V 30 vo.

27. RAL KOT BB 87 vo.

28. GAR KOT Geref. Huw.

29. GAR Pbk 288 - I/62

30. RAL Vgdb.O 42 vo.

31. RAL KOT Z 199 (huwelijk gesloten Scheveningen, GADH KOT)

32. RAL Secl. H 78

33. RAL KOT AA 254 vo.

34. RAL KOT HH 109 vo.

35. RAL KOT MM 147 vo.

36. Gens Nostra, Jg. XLIX, nr. 9

37. Westhoek-Info, Jg. X, Nr. 1 (april 1994)

38. RAL KOT K 236 vo.

39. RAL KOT N 245 vo.

40. RAL KOT V 134

41. RAL Vgdb H 29 vo. en I 88 vo.

42. RAL KOT X 101 

43. RAL KOT X 265 vo.

44. RAL KOT V 199

45. RAL KOT FF 168 vo.

46. GAA, Waalse Attestaties, film 959.

47. RAL AA 47 vo.

48. RAL AA 259

49. RAL CC 238 vo.

50. RAL KOT BB 198

51. GAR Begraafboeken.

52. GADB Dbk St. Jan (NG)

53. RAZH Trouwboeken Voorhout

54. RAZH Begraafboeken Voorhout.